COVID-19: verse lucht gevraagd
De trend voor een gezonder binnenklimaat in gebouwen kreeg dit jaar een extra dimensie, met de uitbraak van het corona-virus, COVID-19.
In maart kwam vrij plotseling de coronacrisis op ons af, en werd door het kabinet het advies gegeven zo veel mogelijk thuis te werken. Hoe is er in ons land op dit advies gereageerd, zeker als het gaat om ventilatietechniek? Wouter Wijma, algemeen directeur van Nedair en kersverse voorzitter van De Vereniging Leveranciers Luchttechnische Apparaten (VLA): “Toen het uitkwam waren er onder techneuten nogal veel verschillende meningen. De Europese brancheorganisatie van installatietechniek – REHVA – kwam vrij snel met een paper, met daarin enkele adviezen hoe te handelen met bijvoorbeeld luchtbehandelingskasten. Persoonlijk vond ik als leverancier van luchtbehandelingskasten dat die adviezen nogal doorsloegen. Zo raadde REHVA aan om warmtewielen in luchtbehandelingskasten stil te zetten om besmetting in gebouwen via ventilatiesystemen te voorkomen. Dit terwijl wij weten dat de kans dat in het warmtewiel virusdeeltjes terechtkomen minimaal is. Laat staan dat deze deeltjes via lekkage - hooguit 3 tot 5 % – terugkomen in de ruimten. Dat is wellicht wel belangrijk als een luchtbehandelingskast van een IC-ruimte in een ziekenhuis een warmtewiel heeft. Maar voor overige gebouwen is het stopzetten van het warmtewiel in het kader van COVID-19 niet nodig. Dat is mede dankzij onze opmerkingen snel aangepast.”
En hoe zit het met het aanbrengen van HEPA-filters?
“Het is nog steeds niet bewezen dat HEPA-filters COVID-19-besmetting tegenhouden. Dat past ook in het beeld van zeker in het begin van de corona-crisis, waarin veel adviezen werden gegeven met een commerciële achtergrond. Zoals bij het adviseren van elektrostatische filters, die zouden alle virusdeeltjes eruit halen. Dat is inderdaad goed mogelijk, maar het brengt ook ozon in de ruimte, dus wat is safe? Veel professionals reageerden impulsief maar niet doordacht.”
Wat is dan het beste om te doen?
“Zo veel mogelijk verse lucht van buiten naar binnen inbrengen. Bovendien moet je zo veel mogelijk ventileren, variërend door het gebruik van goede systemen tot door het openzetten van luchtroosters en zelfs ramen. En de recirculatie moet uit. Dáár had de discussie over moeten gaan. Dat is ook het antwoord op de discussie over aerosolen, die virusdeeltjes kunnen bevatten. Als je zorgt dat je zo veel mogelijk verse buitenlucht binnenlaat, dan vermengt die lucht zich met mogelijk besmette deeltjes. Door deze verdunning is de kans op besmetting veel kleiner.”
Dus het is vooral nodig om meer verse lucht in te brengen, om hoeveel gaat het?
“We hanteren nu nog de norm dat in kantoren per persoon 30 m3 lucht per uur moet worden ververst. Maar wil je het goed doen zeker in deze tijd, dan moet dat eigenlijk 60 m3 per persoon per uur zijn. In China en Japan hanteren ze deze norm al. In Nederland nog niet. Ik moet wel zeggen dat deze norm in drukbezette schoollokalen voor wel heel veel luchtverplaatsing zorgt, noem het gerust een kleine storm. Als je geen tochtklachten wil hebben, is het daarvoor geen optie.”
Hoe zit dat in kantoren?
“In een kantoor zou het wel kunnen om 60 m3 per persoon per uur verse lucht in te brengen. Zeker als we naar een 1,5 meter kantoor toe gaan, en dus minder mensen op kantoor hebben. In dat kader hebben we als sector onze inbreng gegeven voor het 1,5 meterprotocol dat het RIVM samen met het bedrijfsleven aan het opstellen is. En wat je daarin ziet – we hebben dat zelf bij Nedair ook in praktijk gebracht – is dat er een mix is ontstaan van mensen die thuis werken als ze dat kunnen, en personeel dat op kantoor op 1,5 meter afstand van elkaar kan werken. Bij sommige bedrijven, zoals bij ons, is het niet mogelijk dat iedereen thuis werkt. Zo hebben wij hier in Kampen een productielocatie, en kantoorpersoneel dat productie gerelateerd is moet nu eenmaal op kantoor zijn. Daarnaast hebben onze onderhoudsmonteurs uiteraard te maken met buitenlocaties. Ze werken volgens het VCA-protocol, dus als zij bij onderhoud van bijvoorbeeld een luchtbehandelingskast in of op een gebouw hun werk niet veilig genoeg kunnen doen – ook op het gebied van COVID-19 – dan kunnen ze ter plekke besluiten weg te gaan. Maar ook hiervoor geldt: de kans is klein dat in de te onderhouden filters virusdeeltjes zitten. Als dat al zo mag zijn, dan heerst het virus in dat kantoor en dan openbaart zich dat al eerder. En in dat geval worden onze monteurs zeker niet gevraagd om op dat moment onderhoud te plegen.”
Bron: Weijer, Harmen, “Voldoende verse lucht inbrengen, dat is belangrijkste in gebouwen tegen COVID-19”, RenovatieTotaal nummer 5, 2020.