Netcongestie is van tijdelijke aard. Maar tijdelijk kan in de praktijk wel erg lang duren.
Het is een kwestie van roeien met de riemen die je hebt (advertorial)
Krado richt zich op energievoorziening en helpt opdrachtgevers met vraagstukken op het raakvlak van techniek en beleid. Veiligheid, netkwaliteit en netontwikkeling liggen bij Krado onder het vergrootglas. Reden voor diverse netbeheerders, railbedrijven, overheden en aannemers om op de expertise van het Krado team te rekenen. Goed om te weten: Krado is eigenaar van Smart Energy NL en zet zich via deze netwerkgroep in voor (meer) kennisdeling en samenwerking binnen de energiesector. Aanknopingspunten genoeg om Patrick Groenewoud, de technisch projectleider van deze club, aan het woord te laten over het thema van deze nieuwsbrief: netcongestie.
“De oorzaak van congestie is dat de opwek en het verbruik lokaal niet met elkaar in balans zijn en er onvoldoende transportcapaciteit beschikbaar is om dit verschil goed te kunnen maken. Ik benadruk het woord lokaal, want een centrale balans is noodzakelijk, maar dit vereist transport en juist daar zit hem in Nederland de crux. Kortgezegd zijn er meer kabels en transformatoren nodig. Dus ook wanneer vraag en aanbod in balans zijn, kan er dus sprake zijn van netcongestie. Het probleem draait om een tijds- én een plaatscomponent.”
Netcongestie is een tijdelijk probleem
Het einddoelen zijn volgens Groenewoud helder: bouwen en toewerken naar een meer flexibel energiesysteem. “De netten moeten dikker. Netcongestie is een tijdelijk probleem, het betreft de periode tot aan de netverzwaring. Om die tijd te overbruggen zetten we waar mogelijk congestiemanagement in.” Groenewoud noemt verschillende oplossingen waaronder verbruik dichtbij de bron en op het moment dat deze beschikbaar is. “Je begint met het maken van kleine stappen. Denk aan de directe inzet van opgewekte energie in de directe omgeving, waarbij je de energie zo veel mogelijk gelijktijdig met de opwek gebruikt. Denk aan het opladen van elektrische auto’s op het juiste moment, daar is nog veel te winnen. Of aan de inzet van een batterij die enkele uren energieopslag biedt zodat je overdag opgewekte energie ’s avonds kunt gebruiken. De oplossing zit grotendeels ook in aangepaste processen. Ik ken een voorbeeld waarbij een tuinbouwer de belichtingscyclus in zijn kas anders heeft ingesteld waardoor hij op een ander moment de piekvraag heeft. Industriële processen die warmte vragen en die wordt gebufferd, kunnen de piekvraag verschuiven. Of neem een bakkerij. Waarom bak je pepernoten niet vast in de zomer, dus op momenten dat de zon volop schijnt?” Persoonlijk -in mijn privésituatie- ben ik ook actief bezig met wanneer ik elektriciteit gebruik. Ik kijk dagelijks naar wanneer duurzaam opgewekte elektriciteit beschikbaar is of weggegooid dreigt te worden; dat is voor mij het moment om de auto op laden en de wasmachine aan te zetten.”
Back-up om te overbruggen
“We moeten toewerken naar een meer flexibel energiesysteem, waarbij we ons richten op systeemintegratie. We moeten die energievorm gebruiken die op dat moment beschikbaar is. Die beschikbaarheid hangt niet alleen af van hetgeen vanuit bijvoorbeeld opgewekte zonne- en windenergie beschikbaar is, maar ook van de beschikbare netcapaciteit op dat moment. Groenewoud ziet de fasering in systeemintegratie ook als een deel van de oplossing in deze overbruggingsperiode. “Wat ik daarmee bedoel, is dat wanneer een fabriek wil elektrificeren, deze ook waar mogelijk het oude proces in stand moet houden. Zo kan op basis van de netcapaciteit het elektrische dan wel anders aangedreven proces worden uitgevoerd. Vergelijk zo’n situatie met bijvoorbeeld walstroom. Schepen hebben in principe alles aan boord om zelfvoorzienend te zijn, maar kunnen zodra ze zijn aangemeerd overschakelen op elektriciteit vanaf de wal. Voor fabrieken die willen elektrificeren, geldt dan eigenlijk het tegenovergestelde. Zij vertrouwen standaard op netcapaciteit, maar moeten op een grauwe en koude dag met weinig wind dus ook in staat zijn terug te schakelen naar het oude productieproces. Natuurlijk is dit niet voor iedere ondernemer weggelegd. Niet iedereen heeft hier de fysieke ruimte dan wel de financiën voor. En niet voor iedereen bieden een e-hubs of groepscontracten mogelijkheden. De conclusie kan ook zijn dat je als ondernemer de congestieperiode moet uitzitten.”
Kijken naar wat wel kan
“In een situatie met netcongestie is het vooral zaak te kijken naar wat er wél kan. Netbeheerder Stedin roept op in Utrecht terughoudend te zijn met het plaatsen van volledig elektrische warmtepompen. Wat kan er dan wél? Nou, wat denk je van de hybride warmtepomp? Deze kan in koude perioden terugschakelen op gas. Een mooi voorbeeld waarbij de back-up en de helpende hand in situaties waarin leveringszekerheid onder druk staat. Dat is feitelijk ook wat de tuinbouwer, de industrie en bakker die ik eerder aanhaalde doen: oude processen als back up houden. Het gebeurt nu nog relatief weinig, maar ik verwacht dat we meer richting dynamische modellen gaan waarbij de ondernemer bij beperkte beschikbaarheid van elektriciteit en rekening houdend met zowel netcapaciteit en opgewerkte elektriciteit zijn elektrische verbruik beperkt of juist vergroot. Dat is naar mijn mening de richting die BV Nederland nu op moet, om zo stapsgewijs toe te werken naar een geïntegreerd en flexibel energiesysteem.”