Energietransitie op wijkniveau
Bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving hanteert de Rijksoverheid het wijkniveau als uitgangspunt.
Uiterlijk in 2050 moeten volgens het Klimaatakkoord zeven miljoen woningen en één miljoen gebouwen van het aardgas af zijn. Als eerste stap moeten in 2030 de eerste 1,5 miljoen bestaande woningen verduurzaamd zijn. Een enorme opgave waarvoor in het Klimaatakkoord bedacht is dat wijk voor wijk te organiseren. Met dat uitgangspunt hebben ze aan gemeenten gevraagd om per wijk een uitvoeringsplan te maken dat beschrijft hoe de wijken van het aardgas af gaan. “Het programma ‘Wijken met nieuwe energie’ ondersteunt koplopers en werkt gezamenlijk aan een schaalbare methode voor een succesvolle wijkaanpak bij naoorlogse wijken”, legt Klaas Vegter, Manager Wijken met nieuwe energie bij Stroomversnelling uit.
Ontwikkeltafel
Een centraal onderdeel van het programma is de ontwikkeltafel die werkt aan een oplossing voor kennisdeling en voor het nemen van besluiten. Bij iedere wijk zijn meerdere stakeholders betrokken. Denk aan woningeigenaren, huurders, woningcorporaties, de gemeente, energiebedrijven, de netbeheerder, winkeleigenaren en gebouwbeheerders. Ze moeten onder regie van de gemeente knopen doorhakken en beslissingen nemen die leiden tot het uiteindelijke plan voor de transitie. Dit kan een onoverzichtelijk proces zijn.
Samen met een aantal leden en partners werkt Stroomversnelling aan ‘het Wijkkompas’. Vegter: “In juni dit jaar moet de tool gereed zijn. In het Wijkkompas bundelen we alle cruciale aandachtspunten, de zogenaamde knooppunten. Dat zijn alle aandachtspunten die je tegen kunt komen bij het verduurzamen van een wijk en waar je tijdig rekening mee moet houden. Dit geeft de stakeholders inzicht in wat er speelt en zorgt ervoor dat alle betrokkenen zich bewuster zijn van de gevolgen van hun keuzes en de afhankelijkheden van andere partijen.”
Alle stappen leiden uiteindelijk tot de realisatiefase en uiteindelijk ook de nazorg. Handig is dat de Wijkkompas de in de markt beschikbare tools en hulpmiddelen aangeeft, alsmede talrijke praktijkvoorbeelden. Het Wijkkompas is ontwikkeld met een 15-tal partijen die betrokken zijn bij wijkaanpakken. Huidige partners zijn: gemeenten Tilburg, Apeldoorn, Zoetermeer en Nijmegen, woningcorporaties Lefier en Stadlander, Bank Nederlandse Gemeenten, Hegeman Bouwgroep, Reimarkt, Vereniging Bouw- en Woningtoezicht, Open Universiteit, TKI Urban Energy, Squarewise en APPM. Er zijn ook continue gesprekken met het ministerie van BZK en de VNG.
Regierol
Wie werkt er met het Wijkkompas? Het is een hulpmiddel voor het projectteam van een gebiedsgerichte verduurzaming. Gemeenten hebben van het Rijk de regierol bij de wijkgerichte aanpak gekregen, dus de projectleider is meestal iemand die deze rol namens de gemeente vervult. Maar in het projectteam zitten vaak ook mensen van de woningcorporatie, de netbeheerder of een vertegenwoordiger van een groep enthousiaste bewoners. Het Wijkkompas ondersteunt de betrokkenen bij een project met kennis over gebiedsgerichte verduurzaming. Bovendien kunnen ze het Wijkkompas gebruiken om te leren van anderen of hun eigen ervaringen te delen.
“Gemeenten hebben momenteel nog beperkt zeggenschap over de energievoorziening, dus ze moeten het wel samen met de stakeholders in de wijk doen. Waar gemeenten nu al wel veel invloed op uit kunnen oefenen zijn de lokale condities en randvoorwaarden waaronder projecten zijn te realiseren. Denk aan bestemmingsplannen met voldoende ruimte voor afwijking in verband met isolatie. Of ruimere welstandseisen en gebiedsontheffingen voor flora en fauna”, aldus Vegter.
Gemeenten krijgen op basis van de nog in te voeren Warmtewet 2 (naar verwachting 1 januari 2022, red.) de bevoegdheid om te beslissen over de keuze voor het duurzame alternatief voor verwarming via aardgas. Een gemeente kan dan in een omgevingsplan - onder de nieuwe Omgevingswet in 2021 - bepalen wat per wijk/gebied het alternatief voor aardgas wordt en wat de planning is. In wijken waar een warmtenet komt, wordt daartoe per gebied een warmtebedrijf aangewezen. Daarnaast kunnen gemeenten straks in een omgevingsplan hogere eisen stellen aan de energie- en milieuprestatie van woningen, dan de bouwregelgeving vereist.”
Programma Aardgasvrije Wijken
Het Wijkkompas werkt samen met het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW). Doel van het PAW is om te leren op welke wijze de wijkgerichte aanpak kan worden ingericht en opgeschaald. Het lokale leren vindt plaats in de proeftuinen waar gemeenten samen met (lokale) partijen en bewoners aan de slag zijn met het aardgasvrij maken van een wijk, ondersteund door een rijksbijdrage. De leerervaringen van de proeftuinen, maar ook van andere wijken, worden via het Kennis- en Leerprogramma (KLP) breder ontsloten zodat de kennis voor alle gemeenten beschikbaar komt (collectief leren). De eerste 27 proeftuinen aardgasvrije wijken zijn inmiddels aan de slag. Er is zelfs al een nieuwe uitvraag gestart voor een tweede tranche van circa 25 proeftuinen.
Uitdaging blijft dat er nog geen prikkels vanuit de bouwregelgeving zijn om bestaande woningen energiezuiniger te maken. “In het Klimaatakkoord zijn hierover wel afspraken gemaakt. Voor bestaande woningen komt er een ‘standaard’ die aangeeft tot welk niveau huizen verduurzaamd moeten zijn om klaar te zijn voor het alternatief voor aardgas. Voor bouwdelen, zoals dak, gevel en vloer komen er ‘streefwaarden’ die een toekomstbestendig niveau van isolatie aangeven. Er wordt momenteel nog voornamelijk gestuurd op kostenbesparing en stimuleringsregelingen. Het gas wordt duurder, elektriciteit goedkoper en er komen subsidies voor allerlei duurzame alternatieven en warmtepompen.”
Vakbeurs Energie en RENOVATIE
Wilt u weten welke oplossingen er zijn voor een wijkgerichte aanpak? Vakbeurzen Energie en RENOVATIE bieden u tal van mogelijkheden en ook in het kennisprogramma is er aandacht voor de wijkgerichte aanpak.