Bel ons voor info 0294 - 74 50 70

Nieuws item

Partner Fakton “Next step na de Transitievise Warmte: de energiestrategie"


"De Transitievisies Warmte (TVW) verschijnen inmiddels bij bosjes in de Nederlandse gemeenten. En dat is heel goed nieuws, want het laat zien dat in de meeste gemeenten inmiddels goed wordt nagedacht over hoe de gemeente voor zich ziet dat zij overgaat naar duurzame energie.

Het is daarom tijd om de volgende stap na de TVW heel expliciet met elkaar te duiden. Dat is niet de directe stap naar Wijk Uitvoerings Plannen (WUP), maar de tussenstap naar HOE gaan we die TVW dan bereiken? Met vragen als ‘hoe bereik ik mijn publieke belangen?’, ‘met wie ga en moet ik samenwerken?’, ‘welke rolneming vraagt dit van mij?’, ‘welke sturingsinstrumenten kan en ga ik inzetten?’, ‘welke opgaven en wijken combineer ik met elkaar, nieuwbouw en bestaande bouw?’, ‘hoe combineer ik de opgave rond elektriciteit met die van warmte?’. Na de TVW is een gemeentelijke energiestrategie nodig om versnelling, opschaling en daadwerkelijke uitvoering te bereiken. Geen nieuw groot document, maar een uitvoeringsgerichte doorvertaling.

Een heldere gemeentelijke strategie is de missing link

Het lijkt heel logisch: van de TVW op gemeenteniveau maken we de stap naar WUP’s en voilá: daar komt de energietransitie voor de gebouwde omgeving van de grond. De praktijk blijkt weerbarstiger en dat is ook logisch als je van een afstand kijkt door de bril van strategische planning zoals afgebeeld in nevenstaand figuur (bron: Wikipedia). De TVW beschrijft feitelijk de toekomstvisie: wat wordt de nieuwe warmtevoorziening in de gemeente? De missie - of de Why - is duidelijk en daarover hebben we gelukkig geen discussie meer: in 2050 moet de CO2-uitstoot naar 0 anders gaat de aarde naar de knoppen. Wat nog ontbreekt is de strategie of de invulling van de hoe-vraag: hoe komen we nu concreet tot invulling van de TVW?

Beschikbare sturingsinstrumenten zijn beperkt

Er is veel verwarring over de sturingsinstrumenten voor gemeenten, mede omdat de beloofde wetgevende kaders maar uitgesteld blijven worden. De Wet Collectieve Warmtevoorzieningen (WCW), in de volksmond de warmtewet 2.0, is uitgesteld na felle discussie met gemeenten en netbeheerders. De omgevingswet, het juridisch kader voor de TVW’s en WUP’s, is ook wederom met een half jaar minimaal uitgesteld. Welke concrete sturingsinstrumenten heeft een gemeente op dit moment al wel? De belangrijkste betreffen de volgende:

- Het aanwijzen van interferentiegebieden ten behoeve van ‘eerlijke’ verdeling van de bodemwarmte over mogelijke gebruikers ervan.
- Het vaststellen van een warmteplan voor nieuwontwikkelingen als onderdeel van het bouwbesluit. Hierin kunnen gemeenten duurzaamheidseisen stellen aan de nieuwbouw waaraan de energievoorzieningen van projectontwikkelaars minimaal moeten voldoen.

Beide instrumenten zijn vooral effectief voor nieuwbouwontwikkelingen. Voor sturing op de warmtetransitie van de bestaande bouw is nu juist de WCW bedoeld, die voorlopig nog op zich laat wachten.

Effectieve rolneming gemeenten voorlopig juist regisserend

Op welke manier kun je als gemeente dan wél sturen op voortgang van de warmtetransitie en op borgen van je publieke belangen? Je hebt als gemeente grofweg de keuze uit de rollen faciliteren, stimuleren, regisseren, participeren en zelf doen. Bij gebrek aan juridisch kader om je publieke belangen te borgen vallen faciliteren en stimuleren als effectieve rolneming voorlopig af. Projecten waarin gemeenten kiezen voor deze rollen door initiatief aan bewoners of de markt te laten, lopen uiteindelijk vaak vast door een ongedekt financieel tekort en/of door het verzand raken in de samenhang van de technische, financiële, juridische en organisatorische invulling.

Zelf regie nemen kan een effectieve manier zijn, mits je als gemeente een rol hebt in de energiewaardeketen, wat voorlopig inderdaad het geval is. Feitelijk bestaat deze waardeketen uit de consument die zijn energierekening betaalt waaruit de energieleverancier, netbeheerder en energiebron betaald worden. Voorlopig vragen de meeste projecten in de warmtetransitie van de gebouwde omgeving om (gedeeltelijke) dekking van de onrendabele top door de overheid.

Woonlastenneutraal is het devies van de Tweede Kamer zelf. Daar waar de overheid een rol heeft in dekking van de onrendabele top, heeft zij een rol in de waardeketen en kan zij een regisserende rol naar zich toetrekken, bijvoorbeeld door het uitschrijven van aanbestedingen of door het 1 op 1 sluiten van overeenkomsten met marktpartijen. In deze aanbestedingen of onderhandelingstrajecten kan zij vervolgens voorwaarden stellen om de publieke belangen stevig te borgen.

Als uitvloeisel van deze regisserende rol zijn er de participerende rol en de meest extreme ‘zelf doen’ waarbij de gemeente een eigen warmtebedrijf begint. Elk met zijn eigen voor- en nadelen, waarbij de meest passende voortvloeit uit de valuedrivers van de gemeente. Een groot voordeel van de participerende is bijvoorbeeld dat je als gemeente als aandeelhouder van een Wijk Energie Maatschappij volledige privaatrechtelijke transparantie hebt in de bedrijfsvoering en bij gebrek aan publiekrechtelijk kader privaatrechtelijk kunt meesturen ter borging van de publieke belangen. De markt brengt tevens kapitaal in en de kennis en kunde: Publiek Private Samenwerking ten voeten uit.

Een inspirerend voorbeeld is de participerende rol van EBN namens het Rijk, eerder voor de ontginning van olie- en gasvelden in de Noordzee, daarna voor de ontwikkeling van rendabele Wind op Zee projecten en momenteel voor de ontwikkeling van de geothermiemarkt.

Effectief en gebalanceerd financieel bijdragen vanuit een financieel kader

De eerste voorbeelden van ondertekende contracten voor warmtenetten in de bestaande bouw op grotere schaal in Nederland, laten vaak financiële rolneming door de gemeente zien: financieringsarrangementen voor particulieren bovenop het warmtefonds voor aansluiting op het warmtenet en aanpassing van de woning, medefinanciering van de Bijdrage Aansluitkosten (BAK), vooruitbetaling van de BAK, subsidiëring van de infrastructuur, en dergelijke. De vragen die dit direct op gemeenteniveau oproept, zijn ‘hoe zorgen we voor uitlegbare verdeling van onze middelen over de gemeente’, ‘hoeveel bijdrage is passend’ en ‘welke instrumenten zijn effectief, variërend van revolverende fondsen die zichzelf dus terugverdienen tot subsidie, garantstelling of participatie?’. Dit vraagt om een gemeentelijk financieel kader zodat voor elke wijk snel de analyse gemaakt kan worden welke bijdrage op welke manier passend is en dit uitlegbaar is aan alle inwoners.

Benodigd inzicht: scenario’s voor verduurzamingsroutes met warmte én elektriciteit hand in hand in de tijd

Onderdeel van de concrete doorvertaling van de TVW naar een energiestrategie is tot slot een verkenning van scenario’s van de ontwikkeling van vraag en aanbod van warmte én elektriciteit in de tijd, in zogenaamde mogelijke verduurzamingsroutes. Dit faciliteert strategische beslissingen en het juiste gesprek in de gemeente en in wijken over effectieve inzet en eerlijke verdeling van bronnen, zoals: ‘het inzetten van bron X in wijk Y, betekent dat buurt Z een duurder alternatief krijgt. Is dit uitlegbaar, of moeten we bron X anders benutten om wijk Y tegen vergelijkbare kosten aardgasvrij te maken?’. Op stadsniveau kunnen overwegingen spelen over de inzet van regionale warmte of juist de benutting van lokale bronnen. En afwegingen over de effecten van warmte-oplossingen op het elektriciteitsnet, waarvan ook de effecten door zonnepanelen en elektrische auto’s onderdeel uitmaken. Om in wijken effectief te zijn richting WUP’s, moeten deze vragen op stadsniveau integraal beschouwd zijn. Gelukkig zien wij de markt zich ontwikkelen richting deze integrale beschouwing in modellen. Wij dragen graag onze steen bij met het model dat wij hiervoor ontwikkelden als optelsom van onze ‘Excel-intelligence’ van afgelopen jaren, die wij koppelden aan het 3D-geodataplatform van Tygron. Voor elke gemeente ligt dit inzicht daarmee laagdrempelig voor het oprapen."

Aanmelden voor de Gemeentedag Energietransitie kan hier.

Ga terug